De Dobbe Gelle - Stadhouderskuil


De Dobbe Gelle is de benaming van een kuil op het huidige landgoed Kroondomein het Loo. Over de oorsprong van de naam Dobbe Gelle bestaan verschillende verklaringen. Dobbe is waarschijnlijk een verbastering van het Germaanse woord "dietse" of "diet" wat volk betekend. Gelle zou eveneens afkomstig zijn uit de Germaanse taal en zou staan voor Gerechts en of offerfeest. We zouden hier dus te maken kunnen hebben met een Germaanse Volks-Gerechtsplaats. Gelle zou overigs in oude bronnen ook nog wel eens in verband zijn gebracht met kalenders en of cilinders. Als we het vanuit die hoek zouden bekijken hebben we hier dus wellicht te maken en een oud volks-observatorium voor bijvoorbeeld het bepalen van de zonnewende. Er zijn echter ook bronnen die beweren dat Gelle een verbastering is van Welle wat staat voor waterbron. Het woord Dobbe komt ook voor in het Drentse dialect waar het kuil of waterkom bekend.


In de Gelderse Volks Almanakken van het jaar 1852 en 1853 word herhaaldelijk gesproken over de Dobbe Gelle. Zo word er vermeld dat er rond die tijd in de noordelijke hoek van de kuil een waterput aanwezig was. En dat er op zuidelijke helling recht tegenover de put een vierkante uitsparing was waar zich een zode bank bevond. Ook word er gemeld dat de maalmannen die in dit bos werkzaam zijn hier al sinds onheuglijke tijden hun meispraak en vergaderingen hielden onder leiding van de holtrigter. Het gebruik van de Dobbe Gelle zou volgens het boek ouder zijn dan dat de geschiedenis reikt, en waarschijnlijk afstammen uit de Saksische tijd waarin deze kuil waarschijnlijk heilig was. In het Gelders Volks Almanak staan ook twee afbeelding van de Dobbe Gelle. (Editie 1852 blz 167)


Een tekening van de Dobbe Gelle anno 1852
Een plattegrond van de Dobbe Gelle anno 1852




De naam Stadhouderskuil zou volgens de overlevering afstammen uit de tijd dat de Oranjes hun intreden deden in het gebied. In die tijd werden er zogenoemde "reiger-jachten" gehouden waar diverse stadhouders aan mee deden. Het gebied rond de Dobbe Gelle zou toen een bekende jachtplek zijn geweest. In het jaar 1907 liet koningin Wilhelmina er een grote zwerfkei neerleggen waarop de volgende tekst stond gegraveerd: "Stadhouderskuil... Een ruige kuil in kale hei. En dan zo'n naam vol glorie. Ja, maar die naam roemt niet de plek, 't is roem naar haar historie"



Of de kuil in de oudheid door de Germaanse stammen is gebruikt die hier in dit gebied leefde valt niet te bewijzen. De overleveringen lijken die kant op te wijzen maar harde bewijzen zijn als bij zovele van dit soort plekken niet aanwezig. Dat de kuil in de middeleeuwen tot mogelijk de 19e eeuw een oude "vergaderplaats der marke" is geweest lijkt aardig vast te staan. Hoe de geschiedenis zich hier precies heeft afgespeeld zullen we waarschijnlijk nooit weten. Maar misschien moeten we ook niet alles willen weten. David Hume schreef ooit: "De schoonheid van de dingen ligt in de geest die ze aanschouwt" De onbekendheid van een mysterie is immers vaak vele mooier dan de naakte waarheid.




Zie ook:
De Putterkoppel

Geraadpleegde Bronnen:
Gelders Volks-Almanak 1852 en 1853